Een creditfactuur verlaagt een eerder ontvangen factuur. Maar de Belastingdienst wil wel in de boekhouding zien dat er een creditfactuur is geweest. Dus je mag de oorspronkelijke factuur niet veranderen. Je moet de creditfactuur met een eigen factuurnummer opnemen in je boekhouding.
Vermeldt daarom het negatieve bedrag van de creditfactuur. Bij ‘Betreft’ en de BTW-code vermeld je dezelfde gegevens die je bij de oorspronkelijke factuur hebt ingevuld. Zo worden deze automatisch gecorrigeerd. Dat ziet er dan zo uit bij een ontvangen creditfactuur van € 100 voor kosten die eerst als ‘Overige kosten’ zijn geboekt.:
Datum | Factuurnummer | Relatie | Omschrijving | Bedrag (incl BTW) | Betreft | BTW- code | Te betalen BTW |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2-9 | 1239 | De Boer | Creditfactuur | -100,00 | 490 – Overige kosten | T21 | 17,36 |
Na het invullen van de creditfactuur, moet je deze verrekenen met de oorspronkelijke factuur. Dat doe je via ‘Overige boekingen’. Boek eerst de creditfactuur naar de tussenrekening en daarna boek je het bedrag af van de oorspronkelijke factuur naar de tussenrekening.
Datum | Factuur | Relatie | Omschrijving | Debit | Bedrag (incl BTW) | Credit | BTW- code | Te betalen BTW |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2-9 | 1239 | De Boer | Verrekening creditfactuur | 140 – Openstaande ontvangen facturen – crediteuren | -100,00 | 199 – Tussenrekening | ||
2-9 | 1230 | De Boer | Verrekening creditfactuur | 140 – Openstaande facturen – debiteuren | 100,00 | 199 – Tussenrekening |